Op de valreep van 2024 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de belastingplannen van het kabinet voor 2025. Daardoor staan de tarieven voor onder meer de inkomstenbelasting, loonbelasting en de vennootschapsbelasting voor komend jaar definitief vast. Een beknopt overzicht.
De Tweede Kamer heeft medio november al ingestemd met de begroting voor 2025, waarbij er nog een aantal wijzigingen zijn doorgevoerd. Vandaag heeft ook de Eerste Kamer groen licht gegeven. Alle 73 aanwezige leden van de Eerste Kamer moesten individueel hun stem uitbrengen, en uiteindelijk stemden 49 senatoren vóór en 24 tegen. Naast het Belastingplan 2025 bevat het pakket plannen bijvoorbeeld ook een wet die de fiscale regels voor bedrijfsopvolgingen versoepelt. En een wet die de salderingsregeling voor zonnepanelen per 2027 afschaft. Ook deze plannen zijn nu goedgekeurd.
Alternatieven voor verhoging BTW-tarief
Een bijzonder heet hangijzer in de belastingplannen is de voorgenomen verhoging van het BTW-tarief op onder meer sport, cultuur en media. Het tarief zou in 2026 van 9% naar 21% gaan. En op zich staat die verhoging nog steeds zo in het aangenomen wetsvoorstel. Alleen heeft de Tweede Kamer afgedwongen dat het kabinet op korte termijn met een alternatieve invulling moet komen voor de BTW-verhogingen. Dit betekent dat er nog ruim een miljard euro gevonden moet worden, waardoor er in 2025 dus mogelijk andere bezuinigingen nodig zijn.
Een andere belangrijke wijziging ten opzichte van de Prinsjesdagplannen is dat er € 100 miljoen extra wordt uitgetrokken voor de innovatiesubsidie WBSO.
Vrije ruimte WKR naar 2% in 2025
Nu de Eerste Kamer heeft ingestemd, kunnen ook andere eerder aangekondigde plannen voor 2025 in werking treden. Neem de verruiming van de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR). Die ruimte gaat voor de eerste € 400.000 van de loonsom in 2025 omhoog naar 2%, tegen 1,92% nu. Voor 2027 staat een verdere verruiming naar 2,16% op de planning.
Ook de versobering van de 30%-regeling naar een 27%-regeling, kan nu definitief in wet worden omgezet. Die wijziging moet per 2027 ingaan.
Lagere eerste belastingschijf
Ook de tarieven in de inkomstenbelasting en de loonbelasting staan met de instemming van de Eerste Kamer definitief vast. Er komt in 2025 een lagere eerste belastingschijf bij. Die krijgt een tarief van 35,82% en geldt voor het inkomen tot € 38.441. Voor het deel van het inkomen tussen € 38.441 en € 76.817 geldt een tarief van 37,48%. Voor het resterende inkomen is het tarief 49,5%. Dit alles betekent ook dat de hypotheekrenteaftrek voor een deel van de huizenbezitters ongeveer 0,5 procentpunt stijgt.
Inkomstenbelasting voor ondernemers
Wel neemt de overheid opnieuw een hap uit de zelfstandigenaftrek voor ondernemers voor de inkomstenbelasting, waardoor het bedrag van die aftrek onder de € 2.500 uitkomt. Dat is ooit ruim € 7.200 geweest. Daarnaast zakt de mkb-winstvrijstelling van de huidige 13,31% naar 12,7%.
Voor houders van een aanmerkelijk belang is er wel een meevaller. Over het inkomen dat zij uit dit aanmerkelijk belang binnenkrijgen, zoals dividend van een bv, betalen zij in 2025 nog maar maximaal 31% inkomstenbelasting in box 2. In 2024 is dat toptarief juist opgeschroefd naar 33%. Het lage tarief in box 2 blijft op 24,5%, maar dat geldt in 2025 tot een inkomen van € 67.804, tegen € 67.000 in 2024. Het tarief in box 3 blijft onveranderd op 36%.
Renteaftrek en giftenaftrek VPB
Voor de VPB geldt dat de tarieven in 2025 gelijk blijven ten opzichte van 2024. Dus 19% voor de winst tot en met € 200.000, en daarboven 25,8%. Wel heeft de Tweede Kamer een paar wijzigingen doorgevoerd die de VPB raken. Eén daarvan zit ‘m in de renteaftrek. Ondernemingen mogen in een jaar maar een beperkte hoeveelheid rente aftrekken in de VPB. Die aftrek is begrensd op maximaal 20% van de EBITDA (winst vóór aftrek van rentelasten, belastingen en afschrijvingen). Het kabinet wilde dat percentage optrekken naar 25%, en bovendien de aftrek helemaal afschaffen voor verhuurders van vastgoed. Maar voor die laatste ingreep heeft de Tweede Kamer een stokje gestoken. De gemiste belastingopbrengsten worden gecompenseerd door de aftrekgrens niet op te hogen naar 25%, maar naar 24,5%.
Giftenaftrek blijft toch nog even
Ook de voorgenomen afschaffing van de giftenaftrek in de VPB heeft de Tweede Kamer geblokkeerd. Overigens al voor het tweede jaar op rij. De giftenaftrek voor bv's is dus nog gewoon bruikbaar in 2025. De mogelijkheid periodieke giften te doen die aftrekbaar zijn in de inkomstenbelasting wordt zelfs verruimd van maximaal € 250.000 naar € 1,5 miljoen per jaar. Over de giftenaftrek in de VPB heeft de Eerste Kamer nog wel een motie aangenomen. Daarin constateert de Senaat dat er bij het plan om de aftrek af te schaffen 'geen sprake is geweest van een zorgvuldig wetgevingsproces', onder meer omdat er geen analyse is gemaakt van de impact van de afschaffing. Daarom roept de Eerste Kamer het kabinet op om met de goedendoelensector in gesprek te gaan over de impact van de afschaffing en over mogelijke alternatieven.
Aandacht voor gezonde voeding
Bij de stemming over de belastingplannen heeft de Eerste Kamer nog één andere motie aangenomen. Die gaat over het zo aantrekkelijk mogelijk maken van gezonde voeding. De Eerste Kamer roept de regering in de motie op om bij omvorming van het belastingstelsel ook gezonde voeding en drank te stimuleren en ongezonde voeding en drank juist te ontmoedigen.
Een motie die het kabinet vroeg om alsnog een geleidelijke afschaffing van de salderingsregeling te onderzoeken haalde het niet, net zomin als een motie om de BTW op biologische producten te verlagen naar 0%.
Bron: Rendement Online