De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting maakt het mogelijk om uw onderneming fiscaalvriendelijk over te dragen naar de volgende generatie.
In veel gevallen is de bedrijfsoverdracht dan namelijk geheel vrijgesteld of slechts beperkt belast. Daarnaast bestaat er in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling die het mogelijk maakt om de aanmerkelijk belangaandelen (5% of meer) in een bv bij overlijden of door schenking over te dragen, zonder dat er belasting verschuldigd is (DSR ab). Beide regelingen zijn bij het Belastingplan 2024 al gewijzigd. Daarin waren ook al de wijzigingen voor 2025 verwerkt. Dit jaar zijn er opnieuw wijzigingen voorgesteld in de bedrijfsopvolgingsregelingen. Zo wordt het gebruik van de bedrijfsopvolgingsregelingen vanaf 2026 beperkt tot reguliere aandelen met een minimumbelang van 5% in het geplaatste kapitaal. Daarnaast wordt een versoepeling van de ‘bezits- en voortzettingseis’ in de BOR bij schenking voorgesteld, zodat bepaalde herstructureringen onder voorwaarden vanaf 2026 niet tot een nieuwe bezits- en voortzettingsperiode leiden. De ‘voortzettingsvereiste’ houdt in dat de begiftigde 5 jaar winst uit onderneming blijft genieten of de aandelen in de geschonken onderneming ten minste 5 jaar in bezit houdt, waarbij de onderneming ten minste 5 jaar wordt voortgezet. Voorgesteld wordt om deze termijn al vanaf 2025 te verkorten naar 3 jaar. De ‘bezitsvereiste’ houdt in dat de schenker voorafgaand aan de schenking de onderneming 5 jaar moet hebben gedreven of de aandelen in de te schenken vennootschap 5 jaar in bezit moet hebben gehad. Deze bezitstermijn blijft ongewijzigd.
Bestrijding ongewenste constructies
Er zijn twee ongewenste constructies met de BOR die worden bestreden, namelijk de rollatorinvesteringen en de dubbel-BOR. Bij rollatorinvesteringen vormen vermogenden (vaak op hogere leeftijd) beleggingsvermogen om in ondernemingsvermogen dat wel kwalificeert voor de BOR. Voorgesteld wordt om dit vanaf 2026 tegen te gaan door voor AOW-gerechtigden, afhankelijk van hun leeftijd, een langere bezitstermijn te eisen. Bij dubbel-BOR kopen ouders na het verstrijken van de voortzettingstermijn van 5 jaar de aan hun kind gefaciliteerd geschonken onderneming weer terug, waarna zij deze opnieuw gefaciliteerd schenken. Voorgesteld wordt om vanaf 2026 de toepassing van de BOR te beperken tot één keer per onderneming.