Tot en met 2026 wordt de box-3-heffing berekend aan de hand van forfaitaire rendementspercentages voor de drie categorieën ‘bank- en spaartegoeden, ‘overige bezittingen’ en ‘schulden’. Voor 2025 is het forfaitaire percentage voor de ‘overige bezittingen’ vastgesteld op 5,88%. De percentages voor de categorieën ‘bank- en spaartegoeden’ en ‘schulden’ worden pas na afloop van het kalenderjaar bekendgemaakt.
Het tarief van de box-3-heffing blijft 36%. Het deel van uw vermogen waarover u geen box-3-heffing hoeft te betalen, het heffingvrije vermogen, wordt op 1 januari 2025 slechts verhoogd van € 57.000 per belastingplichtige (fiscale partners: € 114.000) naar € 57.684 (fiscale partners: € 115.368). Kortom, alle reden om uw box-3-vermogen te verlagen, bijvoorbeeld door:
- nog dit jaar de geplande aankoop te doen van dure goederen die niet tot box 3 worden gerekend (denk aan een auto, boot of kunstwerk);
- zo veel als mogelijk uw belastingschulden te betalen. Deze schulden kunt u niet aftrekken van uw vermogen in box 3, maar betaalt u deze schulden vóór 31 december 2024, dan wordt uw vermogen in box 3 wel lager en bespaart u dus box-3-heffing. Een uitzondering wordt gemaakt voor de verschuldigde erfbelasting. Die schuld is wel aftrekbaar van het box-3-vermogen.
- gebruik te maken de aftrekruimtes voor lijfrentepremie als u een pensioentekort hebt. Door meer te storten op een lijfrentepolis met meer aftrek in box 1, verlaagt u tevens uw box-3-vermogen.
- uw verhuurde panden te verkopen en de opbrengst op een spaarrekening te zetten, die veel lager wordt belast in box 3. Bent u dga en is uw schuld bij de eigen bv te hoog? Los dan met de verkoopopbrengst een deel van de schuld af, zodat uw schuld onder de € 500.000-grens blijft.